Stilgehouden.nl

Meeste gemeenten falen in huisvesten statushouders, grootste achterstand in Amsterdam

Bron

Volgens de Amsterdamse wethouder Groot Wassink is het voor de gemeente ‘niet haalbaar’ om de beoogde hoeveelheid statushouders te huisvesten. Dit met name vanwege de wooncrisis waarmee de hoofdstad te maken heeft. Amsterdam is niet de enige gemeente die moeite heeft met het huisvesten van statushouders: de achterstanden zijn bijna overal in de provincie flink opgelopen. 

Meer statushouders huisvesten, het is volgens velen de oplossing voor de asielcrisis. Op dit moment houden statushouders nog altijd een op de drie plekken bezet in asielzoekerscentra, waardoor er te weinig ruimte vrijkomt voor vluchtelingen. Maar juist het vinden van voldoende woningen verloopt voor de meeste gemeenten uiterst moeizaam.

Ieder half jaar schrijft het kabinet elke gemeente voor hoeveel statushouders zij moeten huisvesten. Hoe groter de gemeente, hoe meer statushouders. Zo moest de Haarlemmermeer 207 mensen van een woning voorzien en de kleine gemeente Landsmeer 14 mensen. Vorig jaar huisvestten gemeenten voor het eerst meer mensen dan nodig, maar dit jaar zijn de achterstanden weer flink opgelopen.

En dat is opmerkelijk, want hoewel gemeenten meer statushouders moesten huisvesten dan vorig jaar, maakten gemeenten minder huizen vrij dan vorig jaar. Van de 44 Noord-Hollandse gemeenten lukten het maar 14 gemeenten om genoeg woonruimte te vinden, waardoor nog minstens 1.335 mensen met een verblijfsvergunning vastzitten in asielzoekerscentra.

Achterstanden in Amsterdam

De hoofdstad zit met de grootste problemen, waar de achterstand is opgelopen tot 1.182 mensen. Als grootste stad van Nederland moet Amsterdam de meeste statushouders huisvesten (1.691), maar omdat Amsterdam te weinig betaalbare huizen heeft, blijkt dat lastig. Volgens de woordvoerder doet Amsterdam er ‘alles’ aan, maar is de taakstelling voor de stad ‘niet haalbaar’.

De kans dat Amsterdam de achterstand komend jaar zal wegwerken is dan ook klein. Aan het begin van het jaar bepaalde de gemeente al dat er 889 woningen beschikbaar worden gemaakt voor statushouders, maar dat is niet genoeg om aan de taakstelling te voldoen.

Een bewuste keuze, want Amsterdam wil niet voorbijgaan aan alle andere mensen die met urgentie een woning nodig hebben, meldt de woordvoerder. “Wij willen niet dat gezinnen die dakloos raken maanden moeten wachten op een woning.”

De Amsterdamse wethouder wil op korte termijn in gesprek met het Rijk over de vraag of de verdeling van huisvesting en tijdelijke opvang anders geregeld kan worden. De gemeente vangt op dit moment zo’n 6.000 vluchtelingen op en hoopt dat ze daardoor compensatie kunnen krijgen voor het aantal te huisvesten statushouders.

“Voor een grote stad als Amsterdam is tijdelijke opvang makkelijker te realiseren dan woningen vrijmaken. Omdat voor kleinere gemeenten wellicht het omgekeerde geldt, is het goed om te kijken naar een soort uitruil van taken,” aldus de woordvoerder.

Wachten op een lege woning

Ook in de rest van de provincie speelt een tekort aan sociale huurwoningen de gemeenten parten. In Oostzaan, de kleinste gemeente van Noord-Holland, konden ze het, ondanks de taakstelling van 10 mensen, niet bolwerken. Als enige gemeente in heel Noord-Holland bleef de teller daar op nul steken.

In Oostzaanligt het probleem aan het tekort aan beschikbare huizen. Over het bouwen van nieuwe huizen wordt in de gemeente wel gesproken, maar concrete plannen blijven uit. In de kleine gemeente komt maar zelden een sociale huurwoning vrij. Volgens de woordvoerder is het dus elke keer lang wachten op een beschikbare plek.

Dit probleem is niet zomaar opgelost, merken ook andere gemeenten. De plannen die er liggen, zoals de bouw van tijdelijke woningen, zijn vaak niet concreet of nemen veel tijd in beslag. Bovendien lopen de plannen vaak stuk op stikstofregels, een gebrek aan draagvlak of politieke keuzes.

In Medemblik moest de provincie Noord-Holland vorig maand zelfs ingrijpen, nadat die gemeente beweerde dat het plaatsen van 120 tijdelijke flexwoningen in Zwaagdijk-West ‘niet mogelijk‘ was. Uit het haalbaarheidsonderzoek van de provincie bleek het tegenovergestelde. Omwonenden menen nu dat het besluit erdoorheen gedrukt is.

Ook in Drechterland, waar vier van de beoogde 27 mensen een huis kregen, is het een kwestie van duwen en trekken. De gemeenteraad besloot in januari weliswaar tot de bouw van tachtig flexwoningen, maar die zijn nog lang niet klaar. Raadsleden zijn het niet eens over een geschikte locatie en daarnaast moet de gemeente nog maar afwachten of er voldoende draagvlak is onder de inwoners.

Om de kans op slagen te vergroten staan er twee informatiebijeenkomsten op de planning. Ook wil de gemeente een klankbordgroep oprichten met daarin experts, omwonenden en vertegenwoordigers van de toekomstige bewoners.

Waar lukt het wel?

Toch is het halen van de taakstelling op een krappe woningmarkt niet onmogelijk, blijkt uit de cijfers van Zaandam, Alkmaar en Haarlem. Vooral Alkmaar valt op. Zij begonnen afgelopen half jaar al met een voorsprong van 46 mensen en boden nog eens 60 extra mensen een huis aan.

Die gemeente, die net zoals de rest van Nederland te maken heeft met een tekort aan sociale huurwoningen, pakte het anders aan door zelf een leegstaand pand op te kopen en er 65 appartementen in te bouwen. Sinds 2022 wonen er gemiddeld 250 mensen in het wooncentrum. 

De taakstelling voor komend half jaar is inmiddels bekend bij de gemeenten. Bovenop de achterstanden van afgelopen half jaar, zullen gemeenten voor nog eens 4.508 mensen een woning moeten vinden. Of dat gaat lukken, zal moeten blijken.

Gregory