Stilgehouden.nl

Fatbikers uit regio Haarlem praten voor het eerst over hun terreur: “We vinden het gewoon leuk”

Bron

Een flinke groep tieners maakt Haarlem en omstreken al maanden onveilig. Op hun dure fatbikes drommen ze samen en intimideren en mishandelen ze leeftijdsgenoten en toevallige voorbijgangers. NH deed wekenlang onderzoek naar deze groep en sprak met de daders. Wie zijn deze kinderen? En waarom gaan ze plots zo over de schreef?

Het is vrijdagavond. Een groepje jongeren staat voor de Dekamarkt in Heemstede. Ze zijn rond de 14 jaar oud en veelal zwart gekleed. Een deel leunt op fatbikes: elektrische fietsen met grote banden van soms wel duizenden euro’s. Het wordt later, de groep wordt groter. Ze roepen mensen na en staan midden op straat, waardoor weggebruikers er niet langs kunnen. Iedereen die er wat van zegt wordt uitgescholden, of erger.

Het is inmiddels een doodgewone vrijdagavond in Heemstede aan het worden. Winkeliers en buurtbewoners lopen nog steeds met een grote boog om de groep heen. “Het is heel beangstigend”, zegt een inwoner van Heemstede, die liever niet met haar naam in het artikel komt. “Ik woon hier nu al veertien jaar en heb dit hier nooit eerder gezien. Ja, er waren wel hangjongeren – maar die spraken je met ‘u’ aan. Nu word je voor het minste of geringste uitgescholden voor ‘kankerhoer’ – en dat terwijl de meeste jongens van keurige komaf zijn.”

Niet alleen in Heemstede misdraagt een groepje hangjongeren zich steeds vaker; ook in onder meer Bennebroek, Bloemendaal, Hillegom, Haarlem en Santpoort-Zuid is een ‘fatbike-bende’ actief. Een groep tieners die mensen intimideert, bedreigt, mishandelt en berooft. Het is een steeds groter wordend probleem, zegt Nicole Honingh, coördinator jongerenwerk bij Welzijn Bloemendaal. “Er zijn hier altijd al jongeren geweest die op straat hingen en dingen deden die niet door de beugel konden. Maar wat er nu allemaal gebeurt, is wel echt van een andere orde.”

Snapchat

De jongens en meiden die tot de groep overlast-gevende fatbikers behoort, is aanvankelijk moeilijk te traceren. Een aantal avonden surveilleren op straat leverde in eerste instantie weinig bruikbare informatie op. Tot een aantal meisjes uit Bennebroek ons helpt met de namen van enkele ‘bendeleden’. Nou ja, niet hun echte namen, maar het account waarmee ze te vinden zijn op ‘Snapchat’, een populaire app onder jongeren, waarmee je foto’s en video’s kunt delen, maar ook met elkaar kunt bellen of chatten.

“Deze jongens zitten sowieso in de groep”, vertelt één van de meisjes. “Maar niet zeggen dat ik het aan u gegeven heb, hoor.”

We kwamen in contact met Lucas*, Mees*, Sem* en Amir*. Jongens van tussen de 13 en 17 jaar oud. Ze zijn naar eigen zeggen lid van de Bennebroekse fatbike-bende, die bestaat uit zo’n 30 tot 35 jongeren – zowel jongens als meisjes. We spreken ze via Snapchat. Die app is niet alleen populair omdat je ermee kunt communiceren: alles wat je er doet is maar tijdelijk zichtbaar en wordt daarna verwijderd. En daarom gebruiken de jongens het graag. Niet Whatsapp, want: “dat is te heet onder de voeten”.

De eerste gesprekken lopen wat stroef, ze geven weinig prijs. De één is wat feller dan de ander. “Wat lach je?” Roept een van de jongens naar ons, terwijl een ander zegt dat ‘ie zich moet gedragen. “Laten we een normaal gesprek voeren met haar, gast.”

Ze vonden de artikelen die de laatste weken over de fatbike-bende(s) zijn geschreven ‘leuk’, zeggen ze melig. Het valt op dat ze elkaar opfokken, ze roepen van alles door elkaar heen, totdat Amir zegt: “Mevrouw, ik wil toch even wat zeggen. We vinden het gewoon leuk om herrie te schoppen, een bommetje te gooien en kattenkwaad uit te halen. We zullen mensen nooit intimideren of mishandelen. De media maakt het allemaal een stuk groter dan het is.” Na vijf minuten is het gesprek afgelopen, want: “we moeten eten”.

Toch laten gesprekken met politie, gemeenten, jongerenwerkers en buurtbewoners wat anders zien dan wat deze jongens beweren. Zo gaan er meerdere filmpjes rond op sociale media waarin te zien is dat de groep een tiener mishandelt, werden er laatst avondenlang zware vuurwerkbommen door Bennebroek gegooid en misdraagt de groep zich in supermarkten. Scholieren uit Heemstede vertellen ons dat een vriendin van hen kortgeleden is omsingeld door een grote groep jongeren op fatbikes: “Ze kon geen kant op. Ze hebben haar toen geïntimideerd en haar telefoon gestolen. Ze durft sindsdien ’s avonds niet meer over straat.”

Pepperspray

De angst die nu heerst herkent jongerenwerker Nicole Honingh ook. “Veel ouders schrikken van de verhalen die ze horen over de fatbike-bende. Dat zeggen ze in bijeenkomstavonden die hierover zijn georganiseerd. Sommigen hebben pepperspray gekocht voor hun kinderen, voor als ze ’s avonds laat over straat gaan.”

Wanneer we de jongeren in een daaropvolgend gesprek confronteren met de verhalen die rondgaan en het feit dat mensen zich wel degelijk geïntimideerd voelen, krijgen hun verhalen een andere toon.

Meerdere veroordelingen

Sommigen zeggen toch wél eens iemand mishandeld te hebben. Zo vertelt Amir: “Vroeger was ik heel agressief, ging ik mensen snel slaan. Ik ben ooit veroordeeld voor mishandeling en er lopen op dit moment nog twee rechtszaken tegen mij. Ik kan zes mensen uit onze groep noemen tegen wie ook rechtszaken voor vechtpartijen lopen.”

Iemand op de achtergrond roept daarop quasi-jolig: “Ja, ikku!”

Anderen zeggen wel eens veroordeeld te zijn geweest voor diefstal. De meesten hebben een winkelverbod voor meerdere supermarkten. “Klopt ja. De ‘Deka’, Appie, nog een Appie, de Jumbo… We kunnen eigenlijk nergens meer boodschappen doen”, zegt Sem lacherig.

Ze zijn elkaar voortdurend aan het uitdagen in de gesprekken. Hoe meer winkelverboden, hoe vetter. Volgens Honingh komt dit waarschijnlijk door groepsdruk. Maar Bram Orobio de Castro, hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam, gaat nog een stapje verder. Hij is gespecialiseerd in de ontwikkeling van agressieve gedragsproblemen bij kinderen en onderzoekt hoe dit het effectiefst voorkomen of behandeld kan worden. “Status is voor dit soort jongeren heel belangrijk. Macht hebben over anderen, stoer overkomen. Wie het meeste durft, is het ‘vetst’.”

Volgens Orobio de Castro is er onderscheid te maken tussen twee soorten ‘hangjongeren’ die anti-sociaal gedrag vertonen. De één komt uit een gezin met een lastige thuissituatie; er is bijvoorbeeld geen geld om bepaalde hobby’s uit te voeren, waardoor ze uit verveling na schooltijd gaan hangen op straat. De ander heeft juist een goede thuissituatie. Volgens verschillende (anonieme) bronnen waarmee NH gesproken heeft, is dat het geval bij de meeste jongeren van de fatbike-groep.

“Ze zijn vaak heel slim en weten precies hoe ver ze kunnen gaan. Ze hebben het gevoel dat ze meer rechten hebben dan anderen en voelen nauwelijks empathie. Thuis en op school hebben ze te weinig geleerd zich in een ander te verplaatsen. Ze snappen daarom niet hoe vervelend bepaalde acties voor anderen kunnen zijn.” Orobio de Castro zegt dat als er eenmaal een groepje ontstaat van dat soort jongeren bij elkaar, ze elkaar opfokken. “Het gaat er dan om wie het coolste is, wie de meeste status heeft. Het vervelende gedrag wordt dan erger en erger.”

De oplossing

Is hier nog iets aan te doen? De fatbike-bende geeft zelf aan dat als er een buurthuis zou zijn “waar we kunnen gamen, vapen en chillen”, ze minder overlast zouden veroorzaken. Honingh zegt dat het eerder belangrijk is dat jongerenwerkers zichtbaar blijven en het gesprek met de tieners aan blijven gaan. “We moeten verbinding met ze blijven zoeken. Dat is soms lastig, met name wanneer ze met de hele groep zijn. Eén op één gaat dat makkelijker; dan zijn het eigenlijk allemaal schatjes.”

Orobio de Castro denkt dat er meer ingezet moet worden op het voorkomen. “Scholen en ouders moeten dit soort gedrag sneller signaleren. Je moet bij kinderen iets doen aan gewetensvorming, al zeker voordat ze 11 jaar zijn. Als dat niet op tijd gebeurt kan een kind de verkeerde kant opgaan.”

Voor de jongeren die al op het verkeerde pad terecht zijn gekomen, is het belangrijk dat je een stukje status van ze ontneemt, zegt de hoogleraar. “Door bijvoorbeeld een fatbike in beslag te nemen. En zorgen dat hun kleinere broertjes en zusjes zinnigere dingen te doen hebben in hun vrije tijd. Jonge kinderen moeten leren geen plezier eraan te beleven om vervelend te doen bij andere mensen. Ze moeten iets vinden wat fijn is om gezamenlijk te doen, als gelijken. Niet dat je macht hebt over anderen.”

* De redactie heeft ervoor gekozen andere namen te gebruiken omdat de jongeren minderjarig zijn. De echte namen zijn bij de redactie bekend.

Jeroen Bouwer