Stilgehouden.nl

Blauwtongvirus zorgt voor minder lammetjes, provincie hardst getroffen

Bron

De nasleep van het blauwtongvirus is onder Noord-Hollandse schapenhouders nog steeds goed te voelen. De schapenstapel van onze provincie werd het hardst getroffen en dat betekent dat er de komende tijd minder lammetjes geboren zullen worden.

De totale schapenstapel nam het afgelopen jaar met maar liefst 15.500 schapen af in Noord-Holland. Dat komt neer op een terugloop van 15,7 procent, terwijl de afname landelijk gemiddeld op 8 procent ligt.

Onze provincie is het hardst getroffen van Nederland. Ook in de provincie Utrecht (-15,4 procent) werden er in december 2023 veel minder schapen gehouden ten opzicht van december het jaar daarvoor. Alleen in Noord-Brabant nam de schapenpopulatie toe (+6,4 procent). 

Bekijk in de kaart hieronder hoe hard de verschillende provincies in Nederland vorig jaar werden getroffen door het blauwtongvirus. Tekst loopt door. 

Maar hoe gaat het nu met de schapenhouders in Noord-Holland? NH sprak er een aantal. Peter Ruis, een schapenhouder uit Assendelft, vertelt op NH Radio dat hij tachtig van zijn 280 schapen is verloren. “Het ging als een olievlek door m’n hele koppel heen.”

Nico Verduin was net op tijd. Hij is schapenhouder in Andijk en voorzitter Regiobestuur LTO regio Noord. “Wij hebben de dieren die drachtig waren op tijd binnengehaald, dus wij hebben bij die dieren geen blauwtong gehad.” Verduin zegt dat het niet te voorspellen is wat het effect van het blauwtongvirus is op de lammertijd. “Maar er zijn minder dieren, dus worden er ook minder lammetjes geboren.”

Dat is iets waar Wilko Kemp zeker mee te maken krijgt dit jaar. Het virus velde 70 procent van zijn schapen. “Ik had altijd honderdtachtig of honderdnegentig ooien (vrouwelijke schapen, red.), nu nog maar vijftig. Dus nee, bij ons gaan er niet genoeg lammetjes geboren worden.”

De Kortenhoefse schapenhouder heeft ‘uit pure noodzaak’ in december ooien bijgekocht. Een maatregel die normaal wordt vermeden door schapenhouders, omdat die nieuwe schapen ook weer ziektes met zich mee kunnen nemen. Die zijn dus ook pas in december gedekt, waardoor Kemp een ‘aflammerperiode’ heeft van februari tot en met april. Drie maanden in plaats van anderhalve maand. “Door de blauwtong zijn ze heel laat gedekt.”

Toch is er niet alleen maar slecht nieuws voor de schapenhouder uit Kortenhoef. Er zijn nu al veertien lammetjes bij Kemp geboren. “Met hen gaat het goed. We hebben mooie, sterke lammeren.”

Jeroen Bouwer