Stilgehouden.nl

Stikstofuitspraak van rechter tegenvaller voor groene ambities Tata Steel

Bron

De stikstofuitspraak van de rechter vorige week heeft misschien grote gevolgen voor de vergroeningsplannen van Tata Steel IJmuiden. Door de uitspraak kan de aanleg van verschillende windparken voor de kust van Nederland zo’n twee jaar vertraging opleveren, zei Tennet afgelopen weekend tegen het tv-programma Buitenhof. Die parken moeten de energie gaan leveren voor de nieuwe CO2-vrije fabrieken van het staalbedrijf. 

Het is de vraag of Tata Steel dat eventuele tijdverlies kan lijden. Het lijkt ironisch dat Tata Steel door milieumaatregelen zijn forse CO2-uitstoot misschien niet genoeg kan terugbrengen vóór het klimaat-ijkjaar 2030.

In 2030 wil Tata Steel dat de eerste van twee nieuwe, groene fabrieken draait. Daarmee moet de uitstoot van 12,5 megaton CO2 per jaar met 40 procent dalen. De nieuwe fabrieken moeten gaan draaien op waterstof. Die is nu nog niet voor concurrerende prijzen beschikbaar, maar Tata Steel rekent erop dat dat in 2030 wel zo is.

Om waterstof te maken is veel energie nodig, dat grotendeels moet gaan komen van de windparken. Tenminste, zo staat het in het plan Groen Staal, waarin Tata’s duurzaamheidsplannen staan uitgelegd. Het plan kwam uit de koker van de FNV.

‘Bom onder Nederland’

Volgens voormalig FNV-voorman en medeschrijver van het plan Roel Berghuis zijn de windparken dan ook essentieel voor Groen Staal. Maar helemaal zou het hem niet verbazen als de gevolgen van de stikstofuitspraak verkeerd uitvallen. “De voorzitter van de grootste werkgeversorganisatie noemde de stikstofuitspraak een bom onder Nederland, omdat veel komt stil te vallen.”

Er zijn volgens Berghuis wel andere mogelijkheden voor Tata Steel om waterstof te krijgen dan van de windparken voor de kust: zo heeft de EU eerder dit jaar een project op poten gezet om Europa minder afhankelijk te laten zijn van Russisch gas. Maar ook de waterstofplannen uit dat project zijn nog niet uitgekristalliseerd.

Het is wel het soort project waar Tata Steel van afhankelijk is, want waterstof is één van de pijlers onder Groen Staal. “Maar waar de waterstof vandaan komt, maakt eigenlijk niet zoveel uit”, zegt het bedrijf nu. Het is vooral belangrijk dat er tegen 2030 een ‘waterstofeconomie’ op gang is gekomen die waterstof betaalbaar maakt. “Premier Rutte maakt in Egypte tijdens de klimaattop óók afspraken over waterstof. Dat zijn goede ontwikkelingen.”

Zo blijft Tata Steel optimistisch, maar houdt het bedrijf een slag om de arm: “We liggen in elk geval op schema, maar we blijven ook afhankelijk van anderen.”

Plan B

Oud-FNV’er Berghuis, daarover: “We zijn bijna een jaar verder en ik zie te weinig voortgang”, zei hij eind augustus tegen NH Nieuws over Groen Staal. “Neem de lead, zet een koers uit”, raadde hij Tata aan.

Wacht niet tot het misschien fout gaat, herhaalt hij nu nog eens: “Tata Steel moet ervoor zorgen dat het plan Groen Staal zo concreet mogelijk wordt. Welke vergunningen moet Tata Steel krijgen, waar is subsidie voor nodig en ook: hoeveel waterstof is er precies nodig en waar moet het vandaan komen?” 

Tata Steel heeft wel een plan B, voor als er nog niet genoeg betaalbare waterstof voor handen is rond 2030, maar dat plan is niet ideaal. Tata: “De nieuwe fabrieken kunnen, totdat er waterstof is, ook op gas draaien. Dat is niet het streven, want wij koersen op groene waterstof. Met gas stoten we dan wel minder CO2 uit dan we nu doen.”

Morgen misschien meer duidelijk

Of ‘minder’ ook genoeg zou zijn om de CO2-uitstoot in 2030 met 40 procent terug te brengen, is de vraag. Hoe duur gas dan is ook. Maar Tata Steel móét de 40 procent CO2-vermindering halen, zegt Berghuis: “Dit moet en gaat gehaald worden. Anders kunnen we het akkoord van Parijs en ons nationale klimaatakkoord overboord gooien.”

Morgen wordt er misschien meer duidelijk over de gevolgen van de stikstofuitspraak voor de toekomst van Tata Steel als minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat in de Tweede Kamer vertelt hoe het ervoor staat met de duurzaamheidsafspraken tussen het Rijk en het bedrijf.

Bart Beekveld