Stilgehouden.nl

Op de fiets naar Bali, de Hoogkarspelse Joost waagt het erop: “Geen dag is hetzelfde”

Bron

De Hoogkarspelse Joost Reus (27) was vastbesloten: “Ik ga naar Bali, na mijn studie.” Als hij vorige zomer daadwerkelijk afstudeert, moet het gaan gebeuren. De coronacrisis werd een sta in de weg, want vluchten waren er niet. ‘Dan pak je toch gewoon de fiets?’, grapt zijn moeder. En zo geschiedde. Inmiddels is hij 5000 kilometer verder: bijna halverwege. 

“Ik dacht eerst, ‘ben je niet goed'”, vertelt Reus lachend, over het voorstel van zijn moeder. “Maar na een tijdje begon het toch te knagen. Ik zag dat veel mensen soortgelijke fietsreizen hadden ondernomen. Dus zo’n gek idee is het blijkbaar niet.”

Reizen is de West-Fries niet vreemd, vertelt hij. “Ik heb twee keer met de trein door Europa gereisd, dat was de eerste keer dat ik met een backpack alleen op pad ging. En ik heb op een tijdje op Curaçao gewoond, toen ik 21 was.”

Nu of nooit

Toch was deze fietstocht een onderneming van andere grootte, erkent hij. “Het was best wel een sprong in het diepe. En best eng, in het begin. Een maand voor ik vertrok kwamen de zenuwen: kan ik dit wel, moet ik dit wel doen?”

“Doorstuderen, of meteen aan het werk gaan, leek ook aantrekkelijk”, vervolgt hij. Toch zet hij zijn plannen door. “Het voelde als nu of nooit. Hoe ouder je wordt, hoe meer stabiliteit je wilt. Ik ben nu 27, ik heb nog geen vriendin, nog geen huis, dus ik dacht, ‘ik ga gewoon en ik zie wel wat er op mijn pad komt.'”

Tekst gaat verder onder de video.

In augustus stapt hij op de fiets, in de hoop het Indonesische eiland binnen vijf maanden te bereiken. Dat bleek al snel een onmogelijke opgave. Na tweeënhalve maand fietsen, hij legt ruim 5000 kilometer af, strandt hij in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië.

Daar verblijft hij nu al drie maanden. Iran, zijn volgende checkpoint, liet een tijd geen toeristen, binnen, waardoor hij niet verder kon. Maar richting het voorjaar hoopt Reus zijn fietsreis voort te zetten.

“Ik kijk er naar uit om weer op de fiets te stappen. Het is een unieke manier van reizen. Het geeft een gevoel van vrijheid, dat je overal kunt gaan en staan waar je wil. En geen dag is hetzelfde, je maakt elke dag weer nieuwe dingen mee.”

Zo is hij tijdens zijn tocht al veel medereizigers tegengekomen. Met sommigen heeft hij nog steeds contact, waarbij social media volgens Reus een uitkomst is. Ook voor contact met het thuisfront, dat hem erg steunt. Een vriend bezocht hem onlangs nog en zelfs zijn werkgever reageerde enthousiast. Vanuit Georgië werkt hij nu weer even voor het bedrijf.

Twijfel

Familie leeft ook mee, vertelt Reus. “Ik heb er af en toe wel even goed doorheen gezeten. Dan is het fijn dat mensen je op de achtergrond steunen.” Vooral de eerste paar dagen van zijn reis waren zwaar, zo blikt hij terug. “Al na drie dagen kreeg ik een pijntje in mijn been en begon ik te twijfelen: ‘Moet ik dit wel doen?'”

“Mijn voorbereiding was dramatisch”, zegt hij lachend. “Ik was nog bezig met mijn scriptie en werkte daarnaast drie dagen in de week. Dan gebruik je je tijd niet om op de fiets te stappen en te trainen.”

Toch ging de tocht hem uiteindelijk goed af. “Het was in het begin een behoorlijke klap voor mijn lichaam. Na die drie dagen moest ik echt een rustdag nemen, zodat mijn lichaam wat kon herstellen. Toen heb ik het weer langzaam opgebouwd. Daarna ging het fietsen eigenlijk heel goed. Ik zag mijn benen ook groeien en kon steeds meer en harder fietsen.”

Ga ervoor

Tegenover iedereen met een soortgelijk plan of idee is hij duidelijk: “Als je het echt wil doen, ga er dan gewoon voor. En lees je goed in.”

Een financiële buffer is ook niet onverstandig, zegt Reus. “Je moet wel wat geld hebben. Maar een reis met de fiets kan behoorlijk goedkoop, ik was op sommige dagen niet meer dan drie tot vijf euro kwijt. En het kan voor nog minder.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

In maart verwacht Reus zijn fietsreis weer voort te zetten. “Sinds december is de grens van Iran weer open voor toeristen, dus ik ben nu bezig met het regelen van een visum voor Iran en de landen daarna.”

Reus heeft zijn doelstelling van vijf maanden inmiddels flink bijgesteld. Als hij Bali voor het einde van het jaar bereikt, is hij al tevreden.

“En als ik er langer over doe, dan vind ik dat ook prima. Er kan van alles gebeuren, ben ik inmiddels wel achter. Door de coronacrisis duurt het regelen van visums ook veel langer. En ik ging eigenlijk ook wel weg met de intentie van, ‘Pap, mam, ik zie jullie over een aantal jaar wel weer.'”

Julia Schoen