Stilgehouden.nl

Onderzoek legt tekort aan ‘blauw op straat’ in Noord-Hollandse steden bloot

Bron

In de grotere steden in Noord-Holland is een tekort aan politieagenten op straat en – ondanks investeringen en meer capaciteit voor het opleiden van agenten – is dat probleem niet zomaar opgelost. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS in samenwerking met regionale omroepen. 

De tekorten bij de politie zijn tweeledig: zelfs in plaatsen waar onderaan de streep niet per se een tekort op papier staat, kan het zomaar zijn dat een (te) klein deel van het korps inzetbaar is. Dat komt onder andere omdat er op dit moment een hoge instroom van aspiranten – agenten in opleiding – is. Ook zijn in de doorrekening van deze cijfers geen individuele omstandigheden opgenomen, waaronder (al dan niet langdurig) ziekteverlof.

In Noord-Holland lijken de tekorten in Amsterdam het grootst. Vooral in stadsdelen West, Zuidoost en Buitenveldert zijn er binnen de teams te weinig agenten. Wel heeft het korps Amsterdam in alle districten – die veelal zijn ingedeeld per wijk – flexteams op sterkte. Deze teams zijn, zoals de naam doet vermoeden, flexibel inzetbaar in teams waar op dat moment behoefte is aan versterking.

Ook Haarlem heeft een tekort aan blauw op straat. De meeste grote steden, waaronder Zaandam en Hoorn, maken een tekort aan agenten goed met een groot aantal aspiranten, in Haarlem is dit niet het geval. In district Kennemerland, waar onder andere Haarlem, de IJmond en de kustregio in de buurt van Haarlem onder vallen, is er daarnaast ook sprake van een tekort in het flexteam en bij de districtsrecherche. De districtsrecherche is het team dat verantwoordelijk is voor zogeheten high impact crime, qua takenpakket eerder vergelijkbaar met de Landelijke Eenheid.

Het aantal aspiranten kan misschien hoog liggen, maar dat betekent niet dat de politie op capaciteit is. Uit het onderzoek komt naar voren dat het binnen een team ook tijd kost om deze aspiranten te begeleiden, waardoor de capaciteit soms zelfs slinkt. 

Ondanks het nijpende tekort in de grote steden, lijkt het aantal wijkagenten hier niet onder te lijden. Op enkele uitschieters na – in Alkmaar is er bijvoorbeeld ruimte voor nog drie wijkagenten – gaat dit veelal om enkele vacatures. Omdat dit onderzoek een momentopname betreft is een enkele vacature niet abnormaal, deze kunnen ieder moment opgevuld worden. 

Nationale Politie

Uit een reactie van de korpsleiding van de Nationale Politie blijkt dat de problemen voortkomen uit de centralisatie van de politie, toen op 1 januari 2013 de verschillende politiekorpsen opgingen in één nationaal korps met verschillende eenheden. In een poging om een efficiëntieslag te maken werd er toen besloten de overbezetting drastisch terug te draaien. 

Later zou echter blijken dat de veranderingen in de samenleving – waar digitalisering een van de belangrijkste factoren is – zou zorgen voor een nieuwe indeling binnen de korpsen. Na een periode van overbezetting ontstond hier dus een tekort. 

De politie noemt zichzelf een populaire werkgever en geeft aan dat de toestroom bij de politieacademie nog altijd hoog is. Investeringen in het vergroten van de politiecapaciteit worden vaak pas jaren later zichtbaar omdat er een lang opleidingstraject moet worden doorlopen en er een dak zit aan het aantal studenten dat tegelijkertijd bij de academie kan starten. 

Prognoses

De politie heeft op basis van instroomcijfers een prognose opgesteld van het verloop van de tekorten in de verschillende eenheden. Daarop is te zien dat in Amsterdam nu zo’n 250 agenten tekort komen, en dat dit na verslechtering tot 2022 in de periode tot 2025 zal aantrekken naar volle sterkte. 

Binnen eenheid Noord-Holland is op dit moment een tekort aan zo’n achttien agenten onderaan de streep – hoewel dit dus kan verschillen per district binnen de eenheid – en naar verwachting zal dat tekort snel teruglopen. 

De politie geeft aan dat binnen deze prognose geen rekening is gehouden met onvoorziene omstandigheden als corona en veranderingen in het takenpakket van agenten, maar dat deze voor 95 procent juist zal zijn. 

Jeroen Bouwer