Stilgehouden.nl

Baas gebruikt kerstpakket om personeel extra te verwennen

Bron

Bedrijven grijpen het kerstpakket aan om hun medewerkers extra te verwennen. Het is wat rijker gevuld, het mag wat meer kosten en er is een prominente rol weggelegd voor lokale leveranciers. Dat merken Noord-Hollandse bedrijven die kerstpakketten samenstellen. “De standaard pakketten zijn echt aan het uitsterven.”

“We hebben het druk gehad, misschien wel drukker dan voorgaande jaren”, zegt Stef Pronk, die met zijn bedrijf Pronk Juweel in Weesp kerstpakketten levert aan grote restaurantketens, ziekenhuizen en banken. “Maar de markt is wel veranderd. In verband met de energiecrisis is er vooral voor warmte gekozen.” 

Zijn klanten gaven warme sjaals of een wollen muts aan hun medewerkers, met een piepklein logo erop. Niet te groot, anders willen mensen dat misschien niet dragen. “Die muts is erg in de smaak gevallen. Dat pakket kwam ook vorige week toen het zo koud was, dus dat vonden mensen fantastisch”, zegt Pronk.

Luxe producten

Kaas uit Noord-Holland, die Pronks bedrijf snijdt en verpakt, doet het altijd goed. Net als bonbons van een gerenommeerd merk (‘geen goedkoop chocolaatje’) en Pronks zelf gebrande noten. “Het spreekwoord is: ‘Niet het vele is goed, maar het goede is veel’. Als bedrijf scoor je beter met maar een paar goede producten, dan met heel veel goedkope”, aldus Pronk. 

Er is dan ook niet bezuinigd door zijn klanten in dit financieel uitdagende jaar, met een energiecrisis en een flinke inflatie. Sterker nog, zij gaven zo’n vijftien euro meer uit aan de kerstattenties dan andere jaren: de prijs lag tussen de vijftig en de zestig euro per pakket. Pronk: “Ik denk dat ze dat doen omdat ze de medewerkers willen behouden, de band verstevigen, want er zijn bijna geen goede mensen te vinden.”

Extra aandacht

Werkgevers doen dit jaar extra hun best op het kerstpakket, merkt ook het Volendamse bedrijf CadeauKompas dat kerstpakketten verzorgt. “De standaard pakketten zijn echt aan het uitsterven, wij leveren maatwerk”, aldus commercieel directeur Heyme de Wit. “Bedrijven realiseren zich dat dat ze de plank niet meer mis kunnen slaan, dat het kerstpakket niet iets is wat je last minute even kunt inslaan.”

Ook ziet De Wit een verschuiving naar meer ambachtelijke streekproducten, al sinds de coronaperiode, waarin de steun voor lokale ondernemers centraal begon te staan. Daar zit een kwaliteitsverschil in, en dat werkt goed, zegt De Wit. “Dat is niet te vergelijken met wat mensen gewend zijn van de supermarkt. Ze ervaren dat als een zeer luxueus geschenk.”

Zelf uitkiezen

Naast spullen en eten, is ook de cadeaubon als kerstgeschenk in trek. “Vooral voor jongelui is een cadeaukaart soms juist prettig”, zegt De Wit. “Die zitten misschien niet te wachten op een doos met spullen.”

De werknemers van Tata Steel kregen dit jaar van hun baas zo’n bon. Rob Wanst, die daar al 43 jaar in dienst is, vond dat een onpersoonlijk cadeau. Hij kijkt met de oude garde met weemoed terug op de jaren ’80, ’90, toen het uitgeven van de kerstpakketten al een hele ervaring op zich was. “Overal op het terrein stonden dan die containers, er waren mensen dagenlang bezig om die kerstpakketten uit te delen. Daar moest je dan langs met je auto en je bon, en er stonden overal borden op het terrein met ‘kerstpakketten hier’. Het was meer dan alleen een doos overhandigen.”

Zelfs gepensioneerden en weduwen kregen er volgens Wanst een, het ging destijds misschien wel om 30.000 pakketten. Een groot verschil met de 9.000 van dit jaar. In 2019 en 2020 kregen de medewerkers van de hoogovens zelfs helemaal geen kerstpakket, omdat het te slecht ging met het bedrijf.

Iconische koelbox

Bovendien zaten er in de kerstpakketten van vroeger haast iconische items, vertelt Wanst. “Een blauwe koelbox bijvoorbeeld. Als je dan in de zomer op het strand van Wijk aan Zee zat, wist je meteen wie er bij Tata werkte. Of een rolkoffertje, dat herkende je dan ook meteen op Schiphol.”

Maar die tijden zijn voorbij, geeft hij toe. “Dit kerstpakket is wat moderner. We moeten niet in nostalgie blijven hangen.

Gregory de Boer